![]() cosiness nbsp cosmetic nbsp cosmetics nbsp cosmetology nbsp cosmogony nbsp cosmography nbsp cosmology nbsp Cosmopolitan nbsp cosmos nbsp Cossack nbsp cost nbsp cost-effective nbsp cost-effectiveness nbsp cost-efficient nbsp cost-price nbsp coster nbsp costermonger nbsp costliness nbsp costly nbsp costs nbsp costume. |
![]() Vaststellen van verkoopprijzen op basis van alle kosten inclusief het gewenste rendement op eigen vermogen. Gevonden op http//www.encyclo.nl/lokaal/10179.: Geen exacte overeenkomst gevonden. Encyclo.nl, online sinds 2007, is een zoekmachine voor Nederlandstalige begrippen en definities. De website probeert alle woordenlijsten op het internet, groot en klein, samen te brengen om het zoeken naar woorden makkelijk te maken. |
![]() Vertaling van cost. to cost ww. they cost he/she/it cost they cost. zij kosten hij/zij/het kostte zij kostten meer vervoegingen van kosten. This will cost 30. Dat zal 30, kosten. The cigars cost two Marks. De sigaren kosten twee mark. |
![]() Voorbeelden van COST Actions met Nederlandse coördinatoren.: COST Action CA 15210 European Network for Collaboration on Kidney Exchange Programmes ENCKEP. Het Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg van het Erasmus coördineert deze actie op het terrein van het ruilen van nieren. |
![]() Cost and freight. Beding in koopcontract, krachtens hetwelk de kosten en de vracht tot aan de in het beding aangegeven plaats voor rekening van verkoper zijn. Het transportrisico gaat van de verkoper over op de koper op het moment waarop de zaken bij inlading de reling van het zeeschip passeren. |
![]() There was no expense cost. And how much does it cost? And cost is one of them. Because wars cost money. It cost me a lot of money. Why does it cost 22 dollars? How much does the ball cost? |
![]() EN: at all cost s NL: tot elke prijs. EN: count the cost NL: de voordelen en nadelen overwegen. EN: I know it to my cost NL: ik heb leergeld betaald. EN: it cost him dearly NL: het kwam hem duur te staan. |
![]() I would cost. you would cost. he/she/it would cost. we would cost. you would cost. they would cost. I would have cost. you would have cost. he/she/it would have cost. we would have cost. you would have cost. they would have cost. |
![]() they would cost. Past future perfect vvtt. I would have cost. you would have cost. he would have cost. we would have cost. you would have cost. they would have cost. The guided tour will only cost 500, per person! |
![]() |